Het belang van vaktherapie binnen de jeugdhulp: Een pleidooi voor kwaliteit en preventie
In januari dit jaar heb ik, Thom van ’t Slot, de kans gepakt om tijdens een inspraakmoment in de gemeenteraad van Apeldoorn mijn stem te laten horen over de voorgestelde bezuinigingen binnen de jeugdhulp. Aanleiding hiervoor was het AEF1-rapport “Grip op uitgaven jeugdhulp”, een extern onderzoek dat in opdracht van de wethouder jeugdzorg en beleidsmedewerkers was opgesteld om kostenbesparende scenario’s te schetsen. Hoewel het rapport gebaseerd is op grondige analyses, ontbreekt er een belangrijk perspectief: de waarde van kwaliteit.
Het rapport schetst vier mogelijke scenario’s om kosten te besparen, oplopend in impact. In de laatste twee scenario’s wordt voorgesteld om bepaalde zorgvormen volledig uit te sluiten als losstaande behandeling. Onder deze zorgvormen valt ook vaktherapie. Volgens deze voorstellen mag vaktherapie alleen nog worden aangeboden als onderdeel van een integraal behandelplan. Als eigenaar van drie PMT-praktijken in de regio Midden-IJssel/Oost-Veluwe en Centraal-Gelderland voelde ik mij geroepen om de stem van vaktherapeuten te vertegenwoordigen en het belang van ons vak onder de aandacht te brengen.
Waar het AEF-rapport voornamelijk de financiële kant belicht, legt het geen focus op de kwalitatieve waarde van vaktherapie, met name in een preventieve context. De gemeente wil terecht toewerken naar een jeugdhulp waarin preventie een centrale rol speelt. Het streven is om het aantal kinderen dat jeugdhulp ontvangt terug te dringen van 1 op de 7 naar 1 op de 10. Daarnaast wordt er ingezet op eenvoudigere op- en afschaling binnen zorgcodes, zodat de kosten beheersbaar blijven.
Juist binnen dit streven naar preventie is vaktherapie van onschatbare waarde. Psychomotorische therapie en andere vaktherapeutische interventies kan zich juist richten op het vroegtijdig aanpakken van klachten en het vergroten van veerkracht, waardoor ernstigere problematiek in de toekomst voorkomen kan worden. Dit voorkomt niet alleen zwaardere en duurdere jeugdhulptrajecten, maar zorgt er ook voor dat kinderen uiteindelijk sneller uit de zorg stromen.
Het voorstel om vaktherapie als zelfstandige behandeling uit te sluiten heeft grote consequenties, niet alleen voor de toegankelijkheid van onze zorg, maar ook voor de diversiteit en flexibiliteit binnen de jeugdhulp. Kleine en grote vaktherapiepraktijken bieden gespecialiseerde zorg die aansluit bij de individuele behoeften van kinderen en jongeren. Door deze zorgvorm te beperken, verliezen we een essentieel puzzelstuk in het zorglandschap.
Bovendien dreigt hiermee een onbedoeld effect te ontstaan: wanneer preventieve zorg, zoals vaktherapie, minder toegankelijk wordt, zullen meer kinderen doorstromen naar zwaardere vormen van hulp. Dit staat haaks op het doel van de gemeente om de vraag naar jeugdhulp te verminderen.
Tijdens mijn inspraakmoment heb ik geprobeerd deze punten helder naar voren te brengen. Ik heb aandacht gevraagd voor de preventieve werking van vaktherapie en het feit dat het wegvallen hiervan niet alleen kwalitatieve, maar ook financiële gevolgen heeft op de lange termijn. Dit is een boodschap die niet alleen in Apeldoorn, maar ook in andere gemeenten en zorgregio’s relevant is. Steeds vaker hoor ik geluiden over het wegbezuinigen van vaktherapie als zelfstandige behandeling.
Als ondernemers, therapeuten en andere betrokkenen is het cruciaal om ons hierover uit te blijven spreken. Het gesprek aangaan met gemeenteraden, beleidsmakers en andere betrokken partijen is essentieel om het belang van vaktherapie voor kinderen, gezinnen en de samenleving als geheel te blijven benadrukken.
De toekomst van de jeugdhulp vraagt om een integrale aanpak waarin zowel preventie als kwaliteit centraal staan. Vaktherapie speelt hierin een onmisbare rol. Daarom is het onze verantwoordelijkheid om te blijven opkomen voor ons vak, onze cliënten en de waarde die wij dagelijks leveren. Alleen door ons gezamenlijk sterk te maken, kunnen we ervoor zorgen dat vaktherapie behouden blijft als een essentieel onderdeel van de jeugdhulp.
1 Andersson Elffers Felix, Jeugd – Andersson Elffers Felix